In de zomer van 2020 heb ik damascus leren maken bij een jonge smid van ongeveer mijn leeftijd, Pieter Aesaert. Uit het damaststaal dat ik met hem maakte, heb ik twee messen kunnen smeden, maar door de kennis en ervaring die hij me gaf, zullen er in de toekomst steeds meer messen uit het staal worden gemaakt.
Damascus- of damaststaal is de naam voor gelaagd en/of gevouwen staal. Bij de start van het proces worden plaatjes van twee verschillende staalsoorten afwisselend op elkaar gestapeld en vast gelast. Vervolgens wordt het geheel in de oven zò warm dat de plaatjes staal als het ware aan elkaar ‘smelten’. Door de klomp staal nu dubbel te vouwen op verschillende manieren en richtingen, kan je een bepaald patroon bekomen dat zichtbaar wordt na het etsen.
Etsen is het proces waarbij een zuur bijt in het gladgeschuurde staal. Elke staalsoort reageert anders op het zuur. Door het hoge nikkelgehalte in 15N20 zal deze staalsoort amper aangetast worden en helder blijven blinken. 1080 heeft dan weer een hoog gehalte aan mangaan waardoor het staal wordt opgegeten en donker uitslaagt. Deze verschillende reacties geven het patroon weer dat zich in het gevouwen staal bevindt waardoor het de benaming van damaststaal krijgt.
Als je geen dure apparatuur hebt zoals automatische smeedhamers of hydraulische smeedpersen, wordt het maken van damascus een hele karwei omdat elke slag van de hamer met de hand moet gebeuren. Daarom doet damascus niet alleen de kostelijke prijs van een mes enorm stijgen, maar ook de meerwaarde aan het uiterlijk en het geheel. Men zegt soms dat messen of zwaarden uit damaststaal hun ziel verkrijgen bij het zichtbaar maken van het patroon.